maandag 23 april 2018

Een neusje voor de houting

De houting (Coregonus oxyrynchus) die van nature voorkwam in het stroomgebied van de Rijn en derhalve in het spraakgebruik ook wel Rijnhouting werd genoemd, wordt reeds enige decennia als uitgestorven beschouwd. De houting die tegenwoordig in onze wateren voorkomt, is een andere ‘soort’ uit de vormengroep van de Coregonen, de Deense houting (Coregonus mareana). De vissen die de laatste jaren steeds vaker in zowel ons kustwateren als diverse zoete binnenwateren worden aangetroffen, zijn afkomstig van Duitse en Deense uitzettingen. 
x




Dankzij de verbetering van de waterkwaliteit en vooral ook door het wegnemen van onoverkomelijke obstakels op tal van knelpunten, is deze soort de laatste jaren met een opzienbarende opmars bezig. Dat betekent dan echter nog niet dat hij opeens ook makkelijk te vangen is! Ieder jaar zijn er in het vroege voorjaar, wanneer het visseizoen nog niet helemaal lekker loopt, enkele meldingen van toevalsvangsten, vooral van witvissers die met de feeder vissen op grote wateren in het westen van het land en de Randmeren.



Lees verder...

dinsdag 20 februari 2018

Een nieuwe jaarsoort een nieuwe video

Het verfilmen van mijn soortenjagen maakt mij alleen maar fanatieker, daarom ben ik afgelopen weekend naar Scheveningen gegaan om daar te proberen om wat jaarlijst soortjes te scoren. Dat liep niet helemaal zoals verwacht, maar het was zeker één van de eerste fijna dagen aan zee, bijna geen wind en een pril zonnetje! Bekijk hier het filmpje:

vrijdag 16 februari 2018

Een Nederlandse blogger, een Engelstalige vlogger?

De laatste tijd loop ik er steeds vaker tegen aan dat buitenlandse contacten mijn blogberichten niet fatsoenlijk kunnen lezen dankzij Google Translate. Daarbij kijk ik altijd heel erg graag naar vissers op YouTube, door die beide redenen ben ik zelf ook begonnen met visfilmpjes in elkaar te zetten. Natuurlijk ben ik nog een beetje aan het oefenen en is er ruimte voor betering, ik sta dan ook open voor suggesties en tips! Hieronder het filmpje van een heuse Nederlandse vorskwab (Raniceps raninus):


woensdag 7 februari 2018

De gebroeders koornaar

Dit keer gaat mijn bijdrage over een mini met een prachtige naam: het koornaarvisje. Die soort heb je toch al lang? Ja, dat klopt. Twee soorten zelfs: koornaarvis (Atherina presbyter) en kleine koornaarvis (Atherina boyeri). Die tweede soort is minder bekend en het is dus leuk om eens wat meer te vertellen over waar hij vandaan komt, de leefwijze en het verschil tussen beide soorten.
De haven van het aan de Oosterschelde gelegen Bruinisse is een vruchtbaar jachtgebied voor bijzondere mini’s.
De ‘gewone’ koornaarvis wordt in het Engels 'sand smelt' genoemd. Dat is in mijn ogen een wat verwarrende benaming, want je ziet deze visjes namelijk vooral in havens en nabij obstakels. Waar het woordje 'zand' vandaan komt, blijft voor mij dus enigszins een raadsel.

Het betreft een langgerekt zilverkleurig visje dat maximaal zo’n 20 cm lang wordt. Er liggen 53 tot 57 schubben op de zijlijn. De koornaarvis is in onze Lage Landen inheems en komt algemeen voor in onze kustwateren. Het visje leeft in schoolverband en de paaitijd is van april t/m juni, waarbij de kleverige eieren aan zeewier worden geplakt.

Als je het verschil niet weet, is de kleine koornaarvis ook écht een 'kleine' koornaarvis, maar het is wel degelijk een andere soort! Deze soort blijft inderdaad wat kleiner -met een lengte van zo’n 10 cm heb je het wel gehad- en telt daarnaast slechts 44 tot 48 schubben op de zijlijn. Ook de anaalvin is wat korter (13-15 vinstralen, terwijl A. presbyter er 15 tot 18 heeft), maar het tellen van de schubben op de zijlijn blijft de beste manier om ze van elkaar te onderscheiden. Al is dat natuurlijk echt priegelwerk, met die minuscule schubjes…