De kunstzagers, die ik vorige keer in Scheveningen niet echt uitgeprobeerd heb, wil ik vandaag toch weer gebruiken. Drie stuks 150gr ankerlood en verder nog wat spul van 60-80gr was alles wat ik had voor vandaag. Na een keer of vijf of zes keer ingooien ben ik al mijn ankerlood al kwijt. De kunstzagers wekken ook geen vertrouwen. Daarom besluit ik om tussen de blokken aan de zeekant naar aas te zoeken. Het is eb en er zijn overal poeltjes blijven staan, deze zitten vol met garnalen. Ze zijn lastig te vangen zonder schepnet. Maar met een langzame beweging ernaartoe kun je ze toch te pakken krijgen. Ze lopen/zwemmen eigenlijk altijd achteruit, als je dit weet kun je ze makkelijk in een hoekje drijven.
Af en toe zie ik een visje liggen, om ze te vangen had ik snel een handlijntje met een haakje 22 en een garnalenstaartje eraan gemaakt. Het aas leek veel te groot en ik heb deze dan ook niet weten te vangen. Wat ik gezien heb zijn een paar zeedonderpadden, wat ik vrijwel zeker weet. Daarnaast nog twee keer een heel klein zwart-wit gemarmerd visje, met een opgeheven kop. Deze doet me denken aan een slijmvis, maar welke? Wanneer ik ongeveer 25 garnalen in mijn potje heb, kom ik bij een poeltje waar kleinere blokken in liggen. Deze draai ik om, omdat garnalen graag beschut zitten.
Vijfdradige meun |
Na mijn vangst spreek ik een aantal vissers aan, in de hoop wat meer te weten te komen, vooral voor waar ik moet gaan zitten.. Ik krijg de tip om van het strand te vissen, als ik weinig materiaal wil verliezen. 'Dan vang je nog steeds gewoon bot en wijting hoor'. Met het opkomende water vis ik vanaf het strand met een lichte hengel. Daaraan zit een haak 8 en een garnaal. Daarnaast heb ik de strandhengel met een zelfgemaakte paternoster met blinkerschilden en kunstzagers uitliggen. Als het water na ongeveer drie uur op zijn hoogste punt is, geef ik het op. Wanneer ik richting het station loop zie ik iemand die snel achter elkaar beet krijgt. Hij vangt zeebaars, steenbolk, een bot, wijting en scharren. Ik kijk een tijdje toe, terwijl ik een praatje maak. Het ene na het andere visje komt uit het water, ik krijg informatie over waar ik volgende keer moet gaan zitten. De onderlijnen heb ik ook goed bekeken. De volgende keer gaat zeker vis op leveren, alleen de juiste voorbereiding is belangrijk, ik heb er nu al zin in.